NIETS ONTSTAAT ZOMAAR

 

Niets ontstaat er  dóór niets
Niets ontstaat er  vóór niets
Niets ontstáát er  ineens
En niets verdwíjnt er  ineens

 

Aan  wat nu snel  lijkt te gaan
Is  'n eeuwigheid  vooraf gegaan
En  wat snel  lijkt te verdwijnen
Daarvan zál  'n vervolg verschijnen

 

Een kind  dat nú  wordt verwekt
Heeft 'n verleden, is al ‘bevlekt’
En  iemand  die nú  gaat sterven
Hééft 'n toekomst, gáát nog ‘zwerven’

 

Echt niets  ontstaat er  zomaar
Géén verleden hebben, dát is raar
En niets verdwijnt er  zomaar
Géén toekomst hebben, dát is raar

 

Eigenlijk niets  wat ineens verschijnt
Eigenlijk niets  wat ineens verdwijnt
Het leven  is  rechtvaardig, echt waar
Want de Schepper  is geen goochelaar

 

Echt álles heeft  twee aspecten
Heeft  ’n oorzaak  én  effecten
En  'n zíchtbaar  en  ónzichtbaar deel
Vooral dat laatste  zegt heel veel.

 


© Giel Heijmans -468-